The Crime Was Almost Perfect is een tentoonstelling met werk van meer dan veertig kunstenaars die de verbanden tussen kunst en de esthetiek van misdaad opzoeken en bevragen.

Net als ieder spannend detectiveverhaal zit de kunstgeschiedenis vol mysteries, mythen en raadsels die ontrafeld moeten worden. Het oplossen van deze intellectuele puzzels kan een waar plezier zijn; een culturele verleiding..

Hoewel het verband tussen kunst en misdaad terug te voeren is tot de oudheid werd deze connectie pas in 1827 uitvoerig beschreven door Thomas de Quincey in het beruchte werk “On Murder Considered As One Of The Fine Arts”. In de 19e eeuw werd fotografie steeds belangrijker voor zowel de criminologie als de nieuwe sensatiezucht van de roddelpers; twee fenomenen die een belangrijke rol hebben gespeeld bij het populariseren van het detectivegenre. Al snel daarna groeide film uit tot het medium bij uitstek om de twijfelachtige charme van geweld te presenteren in aantrekkelijke beelden.

In navolging van De Quincey’s ironische voorstel om moord te analyseren vanuit een esthetische invalshoek is The Crime Was Almost Perfect een tentoonstelling waarbij beeldende kunst, architectuur, film, criminologie en het moderne misdaadgenre worden opgeroepen om de ruimtes van Witte de With en de straten van Rotterdam te veranderen in diverse ‘plaatsen delict’.

Voorbij de misdaad ligt het Kwaad. Daarom onderzoekt The Crime Was Almost Perfect noodzakelijkerwijs ook de relatie tussen ethiek en esthetiek. Door de rol van auteurschap, authenticiteit, bedrog en vervalsing te onderzoeken vervaagt in deze tentoonstelling de dichotomie tussen ‘goede’ en ‘slechte’ smaak en wordt de paradox van ‘Misdaad als Kunst’ en ‘Kunst als Misdaad’ benadrukt.

In deze tentoonstelling wordt werk van meer dan veertig internationale kunstenaars bijeengebracht, waarin de verbanden tussen kunst en de esthetiek van de misdaad worden opgezocht en overbrugd, door middel van uitdagende werken, gemaakt vanuit uiteenlopende artistieke strategieën. Zowel nieuwe als bestaande projecten, maar ook een verzameling onverwachte objecten, worden op onorthodoxe wijze getoond in een omgeving, ontworpen door Fabian Marti, waarin de toeschouwer kan kiezen uit een aantal routes die steeds uit verschillende hoofdstukken zijn opgebouwd.

Enkele werken in The Crime Was Almost Perfect weerspiegelen de obsessieve nieuwsgierigheid en interpretatie van de detective, maar ook de narcistische identificatie met de crimineel of het fetisjistische genot van de toeschouwer. Sommige projecten gaan over authenticiteit en vervalsingen (ofwel ‘kunstmisdaden’), in enkele wordt gespeeld met de subversieve en marginale rol van de kunstenaar zelf en in andere worden de wet, orde en wetsoverschrijving centraal gesteld. Daarnaast zijn er projecten waarbij misdaad, net als in de bioscoop, voorgesteld wordt als macaber en subliem terwijl weer andere bewijsmateriaal aandragen voor publieke, historische gebeurtenissen – misdaden op het sociale en politieke vlak.

Eva Grubinger plaatst een vlag en een koperen gedenkplaat op de façade van Witte de With, waarmee het gebouw omgedoopt wordt tot de ‘Ambassade van Eitopomar’, een utopisch koninkrijk dat geregeerd wordt door de kwaadaardige meesterschurk Dr. Mabuse. Bij de ingang bevindt zich een door Jean-Luc Blanc beschilderde muur waardoor de receptiebalie eruitziet als de cover van een sensatieblad met de naam van de tentoonstelling als titel. Monica Bonvicini toont een grote hangende sculptuur; een macabere carrousel die overgoten is met zwart rubber. Het citaat “Waarom wordt lust altijd in verband gebracht met misdaad?” uit Karl Holmqvist’s film zal de toeschouwer voortdurend bezig houden terwijl Rupert Norfolk’s ‘Guillotine’ een verontrustende, emblematische aanwezige is; nog steeds het ultieme symbool voor de doodstraf. Aslı Çavuşoğlu bootst in de film ‘Murder in Three Acts’ het misdaadgenre op tv na (‘Crime Scene Investigation’), met tentoonstellingen als plaats delict en kunstwerken als wapens. Fabian Marti laat in alle tentoonstellingsruimtes afdrukken van zijn hand achter. Gardar Eide Einarsson geeft het publiek een handleiding om smokkelwaar in de openbare ruimte te verbergen en Claire Fontaine presenteert een reeks objecten die zo gemanipuleerd zijn dat ze verschillende soorten deuren kunnen openen. Gabriel Lester presenteert een ‘loopband’ van cinematografische misdaadscènes die zich afspelen in een park. Door de projectie op de omringende muren en de toeschouwers krijgen deze gewelddadige beelden een fetisjistische lading. Het filmische element is ook aanwezig in de geheimzinnige schilderijen van Dan Attoe, Richard Hawkins en Dawn Mellor en in de films van Brice Dellsperger en Aida Ruilova. Lili Reynaud-Dewar ensceneert een minutieuze installatie met als onderwerp het leven en werk van schrijver, activist en dief Jean Genet en Dora Garcia nodigt het publiek uit om een boek te stelen. In een monumentale installatie van Kader Attia, die associaties oproept met een beklemmend labyrint, worden voorbeelden getoond uit Attia’s privéverzameling krantenknipsels en stripverhalen waarin een niet-westerling steeds wordt afgeschilderd als beest of monster, net zoals in kolonialistische propaganda gebruikelijk was. Jim Shaw portretteert in een reeks schilderijen en een film zakenmensen op ironische wijze als zombies terwijl Saâdane Afif het Centre Pompidou, met een vleugje zwarte humor, presenteert als een doodskist.

Tentoonstellingsontwerp door Fabian Marti in samenwerking met Charlotte Truwant & Dries Rodet

—Met dank aan:

Virginie Bobin, assistent curator


—Ondersteund door

De kunstenaars in The Crime Was Almost Perfect worden ondersteund door: Bundesministerium für Unterricht und Kunst (Wenen), Institut Français, Galerie Krinzinger (Wenen), Office for Contemporary Art Norway (OCA), Outset Netherlands, Pro Helvetia, SAHA, Galerie Peter Kilchmann (Zurich), Yvon Lambert Gallery (Parijs), Nagel-Draxler Gallery (Berlijn-Keulen), Galerie Georges-Philippe & Nathalie Vallois (Parijs). Met dank aan: Museum Boijmans Van Beuningen en Sjarel Ex.