Met de manifestatie Printing Matters staat Witte de With ruim twee weken in het teken van het onafhankelijke drukwerk. Aanleiding vormt de reizende tentoonstelling KIOSK, een bijzondere verzameling onafhankelijke publicaties (kunstboeken, tijdschriften, fanzines, platenlabels, video- en audioprojecten) bijeengebracht door Christoph Keller van uitgeverij Revolver (Frankfurt).

Keller wil met deze verzameling een overzicht bieden van diverse modellen van vermenigvuldiging en verspreiding van artistieke uitgaven of projecten, vooral gericht op activiteiten ‘achter de schermen’ (uitgevers, redacteuren, vermenigvuldigers, verspreiders) en hun drijvende krachten, strategieën en motivaties. KIOSK is op iedere locatie in een nieuwe vorm te zien.

In Witte de With vormt KIOSK het referentiepunt voor een manifestatie over onafhankelijk drukwerk met onder anderen L.A.T. (Amsterdam), PrintROOM (Rotterdam), en het Piet Zwart Instituut (Rotterdam). Aan L.A.T. (Kees Maas, Kasper Andreasen, Tine Melzer) en PrintROOM (Karin de Jong en een team van redacteuren) is gevraagd om te reageren op KIOSK in de vorm van een presentatie in de ruimtes van Witte de With. Daarnaast wordt een serie paneldiscussies, boekpresentaties en interventies georganiseerd.

Waar komt de proliferatie van boeken en tijdschriften in de laatste jaren vandaan? Hoe verhoudt deze ontwikkeling zich tot de productie van andere visuele strategieën, zoals installaties, performances, film/video en het wereldwijd beschikbare Internet? En hoe denken vormgevers, kunstenaars en uitgevers over de toekomst van drukwerk en distributie? Dit zijn de vragen die worden behandeld tijdens Printing Matters.

Kiosk Update

Op dit ogenblik (november 2005) wordt de Kiosk gedesinstalleerd in de Istanbul Biennale om verder te reizen naar het ICA Londen, waar Liam Gillick een display heeft ontworpen voor de aanstaande presentatie van het archief. Opening 16 december.

Na de tentoonstelling bij het ICA resit de Kiosk: In de lente en zomer van 2006 naar Nieuw Zeeland (Artspace, Auckland) en Australië; in september 2006 naar het Emily Carr Institute in Vancouver, Canada, vanwaaruit het archief verder reist door Canada en de V.S.