De kunstenaar Kapwani Kiwanga is al enige tijd verwikkeld in een dialoog met curator en theoreticus iLiana Fokianaki, die werd uitgenodigd om deze tentoonstelling te organiseren. Ze vragen zich af welke rol planten hebben gespeeld in de geschiedenissen van de menselijke strijd voor bevrijding. De curator schreef hier een introductie op de tentoonstelling, en is ook verantwoordelijk voor de teksten bij de kunstwerken.

Deze tentoonstelling toont een nieuwe serie werken van Kapwani Kiwanga, die woont en werkt in Parijs. Het werk gaat over de kennisleer van de plantkunde, de achterliggende geschiedenissen, en de relatie ervan met daden van verzet. De kunstenaar onderzoekt de rol van planten in zelfmedicatie, levensonderhoud en zelfbescherming, en beschouwt planten daarnaast ook als getuigen van de menselijke geschiedenis. Kiwanga bestudeert hoe planten van gedaante kunnen veranderen: van farmacon (medicijn) naar vergif. Voor haar legt het fragiele evenwicht tussen die twee nog verder de nadruk op een ander concept: opaciteit, oftewel de zichtbaarheid en onzichtbaarheid van verzet. De relatie tussen plantkunde en menselijk verzet staat centraal in deze tentoonstelling: van zaden die verborgen werden in het haar van ontvoerde mensen, tot bloemen die gebruikt werden als abortusmiddel.

Wetenschappers en theoretici die zich bezighouden met de geschiedenissen van rassenongelijkheid hebben opaciteit ook wel omschreven als een instrument van verzet. De Martinikaans-Franse theoreticus Édouard Glissant ziet opaciteit als de weigering om zichtbaar te zijn, of om te worden begrepen en gecategoriseerd. Deze gedachtegang werd verder doorgetrokken door de Afro-Amerikaanse schrijver Saidiya Hartman, die opaciteit gelijkstelt aan obscuriteit en pleit voor “het recht op respect voor obscuriteit”. Opaciteit/obscuriteit staat in sterk contrast met de hyper-zichtbaarheid van het gereguleerde lichaam zoals opgelegd door de dominante narratieven . Het gaat ook in tegen toe-eigeningspraktijken door middel van het zichtbaar maken van iets, zoals bijvoorbeeld in de wetenschappelijke plantkunde die vanaf de 16e eeuw in het westen werd ontwikkeld.

Kiwanga’s wens om aan te tonen dat planten protagonisten van de ‘opaciteit van verzet’ zijn, verbindt de verzetsgeschiedenissen uit vroegere eeuwen met de moderne geschiedenissen van burgerrechtenbewegingen en de huidige, wereldwijde antiracisme beweging. Afgelopen lente hebben Kiwanga en Fokianaki gesproken over het toevoegen van een nieuw werk aan de tentoonstelling, als antwoord op de actuele gebeurtenissen. Hun dialoog concentreerde zich op het overbruggen van vroegere en huidige verzetsdaden en het onder de aandacht brengen van rassengeweld en ongelijkheid in het westen en daarbuiten. Dit nieuwe werk put inspiratie uit Mississippi Goddam (1964), de baanbrekende civil rights song die werd geschreven en uitgevoerd door Nina Simone.

—Met dank aan:

Anouk Böhmer, Ifenin, Lisanne Ceelen, Nabou Claerhout, Lauriane Ghils, Marta Gonzalez, Bianca Sallons


—Ondersteund door

AMMODO, Institut Francais des Pays-Bas, de Canada Council for the Arts, Mondriaan Fonds droeg middels het experimenteerreglement bij aan het honorarium van de kunstenaar