Vier jonge Nederlandse kunstenaars, Anneke A. de Boer, Fow Pyng Hu, Gabriel Lester en Pia Wergius, onderzoeken de verhouding tussen het bewegende beeld, tijd en narratie.

In het multi-disciplinaire veld van de beeldende kunsten valt de cinema nauwelijks meer op. Kunstwerken die hun oorsprong hebben in experimentele film of found footage bestaan naast producties in (digitale) video, die weer zijn beïnvloed door muziekcultuur, commercials en computergames. Het karakter van cinematografische kunst is hierdoor definitief veranderd. Wat rest zijn de principes die inmiddels hun plek hebben gevonden binnen de visuele kunsten en nog slechts een sluier oplichten van de reguliere cinema. Deze heeft op haar beurt eveneens een gedaantewisseling ondergaan en ‘kunst’ materiaal zoals (digitale) video in haar programma opgenomen.

De tentoonstelling Anarrations wil cinematografische kunst niet langer tonen als een afgeleide van cinema, maar als een volwaardige discipline die haar eigen specifieke kwaliteiten kent. De jongste generatie van beeldend kunstenaars legt in haar producties het juk van de filmgeschiedenis af en concentreert zich op de autonomie van het medium. In essentie bestaat dat uit tijd – zoals ook het nieuwere medium video uit tijd bestaat – maar het klassieke principe van de verhaallijn is inmiddels zo bekend dat ‘gaten’ hierin moeiteloos door de kijker kunnen worden aangevuld. Dit principe van film kent eindeloze mogelijkheden. In de werken van Anneke de Boer (1969), Fow Pyng Hu (1970), Gabriel Lester (1972) en Pia Wergius (1969) wordt de essentie van de verhaallijn aangetast door tijd stil te zetten, in verschillende dimensies uiteen te trekken of op zijn kop te zetten.