Dit voorjaar was in Witte de With een tentoonstelling te zien over het werk van Alison en Peter Smithson, behorende tot de meest invloedrijke en controversiële architecten uit de tweede helft van de twintigste eeuw.

Met deze tentoonstelling zet Witte de With de traditie voort om ruimte te bieden aan presentaties die zijn gebaseerd op diepgaand historisch onderzoek naar sleutelfiguren in de beeldende kunst en architectuur. De tentoonstellingen over Paul Thek (1995), Frederick Kiesler (1996) en Constant Nieuwenhuys (1999) zijn hiervan eerdere voorbeelden.

De tentoonstelling over Alison en Peter Smithson is samengesteld door Dirk van den Heuvel en Max Risselada van de faculteit Bouwkunde TU Delft, die in de gelegenheid werden gesteld om enkele jaren in alle vrijheid onderzoek te doen in de archieven van de Smithsons.

Alison (1928-1993) en Peter (1923-2003) Smithson stonden midden in de discussie over de toekomstige rol van moderne architectuur. Zij behoorden tot de jonge leden van CIAM en waren mede-oprichters van Team 10. Hun polemieken en ontwerpen ‘ waarin zij zich richtten op de opkomende consumptiemaatschappij en de rol van stadsplanning legden de basis voor New Brutalism en de popartbeweging van de jaren zestig.

Een belangrijk thema voor de Smithsons is het woonhuis. De nieuwe begrippen ‘plaats’ en ‘territorium’ vormden een tegenwicht voor Le Corbusier’s machine à habiter. Voor de Smithsons was een huis een bijzondere plek die ‘in harmonie met zijn omgeving‘ aan de simpele vereisten van het alledaagse leven tegemoet moest komen.

Deze tentoonstelling toont de ontwikkeling in de wijze waarop de Smithsons de art of inhabitation hebben benaderd. Hiervoor werden bijna al hun ontwerpen voor particuliere woningen uitgebreid gedocumenteerd, met name het optimistische House of the Future uit 1955-1956 en hun reeks toevoegingen aan het sprookjesachtige Hexenhaus in Duitsland vanaf midden jaren tachtig.

De tentoonstelling was eerder te zien in het Design Museum in Londen. Voor Witte de With wordt de tentoonstelling opnieuw vormgegeven en aangevuld met een onderdeel waarin het werk van de Smithsons naast dat van andere beroemde architectenparen wordt gezet: Charles en Ray Eames, Pierre Jeanneret en Charlotte Perriand, Jean Prouvé en Charlotte Perriand, Gerrit Rietveld en Truus Schröder.

Na Witte de With reist de tentoonstelling naar The Lighthouse, Glasgow en de Hatton Gallery in Newcastle-upon-Tyne.