Het uitgangspunt van Friedel’s observaties is een brief van Franz Marc die hij tijdens de eerste wereldoorlog, een paar dagen voor zijn dood, aan zijn vrouw Maria schreef. In deze brief schreef Marc dat hij een aantal ‘Kandinsky’s’ had geschilderd met als doel hun militaire positie aan het front te camoufleren. In Concerning the Spiritual in Art (1911) schreef Kandinsky echter dat hij abstractie uitvond om het onzichtbare zichtbaar te maken. Door naar deze contradictie te verwijzen, beschouwt Friedel Richter’s schilderijen als een doorlopend experiment tussen het realisme en abstractie.
Friedel ondervraagt de ambiguïteit waardoor Richter’s abstracte schilderijen realistisch beschouwd kunnen worden terwijl de dimensies in zijn realistische schilderijen tegelijkertijd abstract zijn.